Machine van hout met poppen van fimo klei en metaal
De mars der mensjes is een houten installatie waarop een aantal marionetjes 'rondlopen'. Het was mijn eindexamenwerk voor de Rietveld. De mensjes worden bewogen door machientjes terwijl de grond onder hen door draait. De mensjes zijn geheel passief in het wereldje dat ik om ze heen heb gebouwd. Het is een perspectief op de wereld die op verschillende manieren kan worden opgevat. Zelf zag ik het als een uitgezoomd perspectief op de wereld. Als je de mens van veraf zou bekijken, dan lijken we net mieren, de gewoon hun routine blijven afwerken. Ik kreeg de kritiek dat het werk nihilistisch was en erg somber. Ik voelde dat niet zo; op één of andere manier gaf het me juist rust om zo naar de mens te kijken, maar dat kon ik niet goed uitleggen.
Later, nadat ik meer gelezen had van/over existentialistische filosofen, bedacht ik me dat die rust verklaard kon worden doordat het werk een soort acceptatie vormt van het gegeven dat we uiteindelijk een vrij zinloos bestaan leven. Of dat je de zinvolheid van het leven in ieder geval niet in zo'n uitgezoomd perspectief hoeft te zoeken. Daarmee bevrijd je jezelf van de noodzaak van een God of een andere universel verzekering van zin en kan je binnen je eigen leven op zoek gaan naar betekenis zonder je druk te maken over de universele geldigheid ervan. De poppetjes in de mars zijn ook allemaal best tevreden en malen er niet om dat ze in cirkels lopen, net zoals Camus' interpretatie van de mythe van Sisyphus. En dat is niet triest, dat is fijn.